Oogverblindend Het volk bijeengeroepen. Voor de volledigheid, Israël moet bij de heere in Mizpa komen. Nadrukkelijk: bij de heere. De kwestie vraagt verantwoording tegenover Hem Die uit Egypte leidde en verloste. Echter: ‘… u hebt heden uw God verworpen, Die u uit al uw ellenden en uw noden verlost heeft.’ Een felle aanklacht. Afgewezen voor de aanstelling van een koning. Het volk heeft zijn zin. Het lot wijst de stam van Benjamin, het geslacht van Matri, de persoon van Saul aan. Waar is hij? De heere wordt daarover geraadpleegd. Hij heeft zich verstopt, zegt de heere. Snel wordt hij gehaald. Daar is de door de heere uitgekozen man. Een indrukwekkende verschijning. Met kop en schouders steekt hij boven iedereen uit. Oogverblindend. Het volk juicht: ‘Leve de koning!’ Maar blijft dat zo? Je kunt wel krijgen wat je hartje begeert, maar de grote vraag is wel of de Heere oordeelt dat het goed voor je is. God gaat dikwijls een weg anders dan Zijn kind verwacht, maar de uitkomst ervan overtreft de stoutste verwachtingen.