Lieve kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. Amen.
1 Johannes 5:21
Let op: afgoden!
Johannes komt aan het einde van zijn brief. De laatste zin. ‘Lieve kinderen’, schrijft hij. Wat gaat hij zijn geestelijke kinderen nu nog meegeven? ‘Wees op je hoede voor de afgoden!’ Best verrassend. Zeker als je denkt aan afgodsbeelden enzovoort. Daar moet je dus niet aan denken.
Johannes is radicaal: licht-duisternis, liefde-haat, waarheid-leugen. En nu: God en afgod. Of je dient Hem, of je dient de afgoden. Tim Keller zegt dat alles in deze wereld waarvan je droomt, waar je op vertrouwt en waar je veel voor over hebt, een afgod is. Of je leeft uit de liefde tot de Vader, of uit de liefde tot de wereld (2:15). Onze onlesbare dorst naar wat de wereld biedt, wordt overwonnen door het geloof in Jezus Christus (5:4,5).
En ja, ook Gods kinderen kunnen afdwalen door te verlangen naar wat de wereld biedt. Daarom: ‘Lieve kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. Amen.’
‘In alle religies is de buik de grootste afgod.’ (Maarten Luther)