Hij maakte de zee droog, en het water werd doormidden gespleten.
Exodus 14:21
God maakt een pad door de zee
De Israëlieten laten zich van de kant naar beneden zakken en zien verwonderd dat er op de bodem van de zee een pad is. Links en rechts staat het water als een muur. Ze lopen gehaast over het droge pad, ze trekken hun kinderen mee. Maar achter hen komt het grote gevaar: de farao met zijn leger en de geduchte strijdwagens willen ook van de oever het pad op. Ze gaan hun kostbare slaven terughalen. Ze mogen niet ontsnappen. Daar staat Mozes met zijn bijzondere staf en strekt die uit over de zee en het water stort in en bedelft de vijanden. Zo laat God zien dat Hij de Verlosser is. Op Hem kan het volk van Israël vertrouwen. Hoe vaak is er in ons leven een pad geweest? Een weg gebaand waar geen weg meer was? Heeft God dan niet telkens gezegd dat Hij de Weg is, de Waarheid (de Betrouwbare) en het Leven? Hem zij de dank!
‘Ik zal zingen voor de heere, want Hij is hoogverheven! Het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen.’ (Lied van Mozes en Mirjam, Exodus 15:1)