Toen klom Mozes omhoog, naar God.
Exodus 19:3
Aankomst bij de Sinaï
Drie maanden zijn verstreken sinds de Israëlieten uittrokken uit Egypte. En nu, op de vijftigste dag, zijn ze aangekomen bij de Sinaï. De machtige berg torent boven het volk uit. Hier zal iets bijzonders gebeuren. Mozes klimt de hoge berg op. Voor Mozes is dit geen onbekend terrein. Hier had hij God ontmoet in de brandende braambos. Toen had de heere tegen hem gezegd dat hij het volk moest verlossen en hier bij deze berg moest komen. Daarom staat er ook dat Mozes omhoog klom, naar God. De heere gaat een verbond met het volk sluiten. Hij noemt hen Mijn persoonlijk eigendom. Dat geeft een nauwe band aan tussen de heere en Zijn volk. Diezelfde nauwe band is er ook in het Nieuwe Testament tussen Christus en Zijn gemeente. We worden opgeroepen om een koninkrijk van priesters te zijn en een heilig volk. Wat is het mooi om het volk te horen zeggen dat alles wat de heere gesproken heeft, ze zeker zullen doen. Zeggen wij dat hen na?
‘Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot een eigendom maakte.’ (1 Petr. 2:9)