En zij zagen de God van Israël.
Exodus 24:10
God zien
De verbondssluiting op de Sinaï is haast ten einde. Het volk Israël heeft de verordeningen van God gehoord. Mozes heeft ze in het boek van het verbond geschreven. Nogmaals stemmen de Israëlieten in met dit verbond en ze beloven gehoorzaamheid aan God. Daarna klimt een groep van meer dan zeventig oudsten de berg op. En dan komt er iets bijzonders: zij zagen de God van Israël. Het wordt uitgedrukt met prachtige kleuren: een plaveisel van saffier, zo helder als de hemel zelf. Daarna aten en dronken zij. God zien: wie zou dat niet willen? Toch is dat voor ons niet mogelijk. Paulus zegt dat we maar ten dele kennen en we kijken door middel van een spiegel in een raadsel. Maar hij vervolgt dan dat we een keer van aangezicht tot aangezicht zullen zien. God heeft ons in het Heilig Avondmaal iets van Zichzelf laten zien. In de tekenen van brood en wijn zien we Zijn hartelijke liefde en goddelijke trouw. Dan mogen Gods kinderen eten en drinken met God. Het is een bevestiging van het eeuwige genadeverbond.
‘Hoewel u Hem niet gezien hebt, hebt u Hem toch lief.’ (1 Petr. 1:8)