Voer minimaal 2 tekens in.
en zalig is hij die aan Mij geen aanstoot neemt.
Mattheüs 11:6
Een raadselwoord als sleutel…
Johannes de Doper verkeert in verlegenheid. De werken van Christus en zijn gevangenschap rijmen volgens hem niet. Jezus´ antwoord middels twee leerlingen is: meldt aan Mijn neef wat jullie horen en zien. Ik herstel leven en gemeenschap in Israël. Daarin zie je dat Ik de Komende ben. Er moet geen ander met andere werken verwacht worden. Nee. In Christus Jezus is alles te vinden. De woorden van vers 6 zijn de sleutel voor het oplossen van de spanning tussen ´de werken van Christus` en Johannes´ gevangenschap. Rondom Christus Jezus komt ergernis aan het licht. De tegenstand groeit. Jezus wordt voor Israël een ergernis, een aanstoot. Het Kruis licht op. Zalig ben je als je niet over Jezus struikelt, maar in Hem gelooft. De gevangenis past bij de Messias in de dagen van Zijn vernedering. De werken van de Messias én Zijn Kruis zijn het watermerk van de Komende. Neef Johannes moet weten: het gaat door lijden tot heerlijkheid. Christus´ schapen zijn geen weide- maar slachtschapen.
Ook ik moet weten: delen in Jezus´ heerlijkheid betekent hier met Hem lijden