Held op sokken of strijdbare held? Het is weer het bekende liedje: de Israëlieten doen wat kwaad is in de ogen van de Heere, waarop hij hen overgeeft in de handen van vijanden, zij tot Hem roepen en Hij iemand stuurt. Dit keer is dat eerst een profeet die hen met hun zonde confronteert, en pas dan een richter. Die richter wordt geroepen door de Engel des Heeren, die we in hoofdstuk 2 ook zagen. Hij noemt Gideon een strijdbare held, maar als we het vervolg lezen lijkt dat er weinig op. Zijn verzet tegen de Baälsdienst voert hij in het verborgene uit en hij heeft verschillende tekenen nodig om overgehaald te worden tot richterschap. Maar dan lezen we in vers 34 dat de Geest van de Heere hem bekleedde. Meteen herken je hem niet meer terug. God kan van een held op sokken een strijdbare held maken door Zijn Geest. Dat doet Hij vandaag nog als Hij ons bekwaamt tot dienst waarvoor wij van onszelf onbekwaam zijn. Als God onze gebeden hoort, dan wordt zeer gepast gezegd dat Hij Zijn oor neigt en tot ons neerbuigt, want het is een verwonderlijke neerbuigende goedheid in God, dat het Hem behaagt kennis te nemen van zulke geringe schepselen als wij zijn en van zulke gebrekkige gebeden als de onze zijn (Matthew Henry)