En zij zeiden tegen hem: Wij zijn gekomen om u te binden en over te leveren in de hand van de Filistijnen.
Richteren 15:13
Wil je eigenlijk wel verlost worden?
Er komt van het nazireërschap van Simson niet veel terecht. Hij verslaat Filistijnen maar het is vooral een persoonlijke wraakactie en niet iets waar hij de Heere bij betrekt. De wreedheid waarmee hij zich wreekt is ongekend, zowel voor dieren als mensen. Vervolgens gebruikt hij de kaak van een dode ezel, terwijl het voor een nazireeër verboden is om iets onreins aan te raken. Zijn schreeuw tot God om water lijkt eerder een verwijt aan God dan een oprecht gebed. Desondanks verhoort God hem, en wel op een manier die doet denken aan woestijnreis van Israël op weg naar Kanaän. Het meest verbijsterend in dit verhaal is echter dat de mannen van Juda Simson willen uitleveren aan de Filistijnen. Blijkbaar willen ze helemaal niet verlost worden! Zo ver is het nu afgezakt met Israël. De verlosser wordt afgewezen. De geschiedenis herhaalt zich als de grote Verlosser komt. Huiveringwekkend!
Wij beschouwen onze ketenen en boeien van ongerechtigheden als ketenen van goud en boeien van zilver. Daarom is het geen wonder, dat wij niet ernstig uitzien naar de verhoring van onze gebeden om verlost te worden van die ketenen en boeien (Andrew Gray)