Toen Jezus deze dingen gezegd had, raakte Zijn geest in beroering, en Hij getuigde en zei: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u dat een van u Mij zal verraden.
Johannes 13:21
Wie kan Judas peilen?
De discipelen kijken elkaar onthutst aan. Is er iemand van hen een verrader? Dat is toch onmogelijk? Ze wisten wel dat er veel vijanden van Jezus waren die op Hem loerden. Maar dat er iemand van hen samenwerkte met die vijanden, dat is toch onmogelijk? Judas zal zich ook onbehagelijk en betrapt gevoeld hebben. Wat zal hij doen? Voor Jezus op de knieën vallen en berouw krijgen? Dat had gekund, maar het gebeurt niet. Hij gaat verder op zijn weg en verlaat in de nacht de plaats waar ze bijeen waren om zijn Meester te verraden. Waarom? Is het geldzucht? Of denkt hij dat Jezus Zichzelf wel zal kunnen bevrijden van Zijn belagers? Duidelijk is wel dat Jezus diep geschokt is van dit verraad. Wat is een mens? Als Jezus veroordeelt is, valt voor Judas het doek en krijgt hij berouw en brengt het verradersgeld terug. En dan? Keert hij terug naar Jezus en vraagt hij om vergeving? Nee, hij maakt zelf een einde aan zijn leven. Wie kan het leven van Judas peilen? Het verhaal roept ons op om trouw te zijn in het volgen van Jezus.
Toen Judas, die Hem verraden had, zag dat Hij veroordeeld was, kreeg hij berouw en hij bracht de dertig zilverstukken bij de overpriesters en de oudsten terug en zei: Ik heb gezondigd, want ik heb onschuldig bloed verraden! Mattheüs 27:3