Gerechtigheid en recht te doen is voor de HEERE verkieslijker dan een offer.
Spreuken 21:3
Het doen van recht en gerechtigheid
In godsdienstige zin kan je bij de mens onderscheid maken tussen zijn rituele handelingen, zijn hart en zijn gedrag. Bij rituele handelingen moet je denken aan zaken als kerkgang, en gebed voor het slapen gaan. Bij het hart gaat het om de drijfveer van ons leven en handelen. Is er liefde tot de Heere die ons drijft of is het wettische gehoorzaamheid en denken we daarmee heimelijk toch beter te zijn dan anderen? Bij ons gedrag gaat het om het antwoord op de vraag: zijn we alleen hoorders of ook daders van het Woord. Waar liefde is tot de Heere, blijkt dat ook uit ons gedrag. Dan doen we, hoe gebrekkig ook, recht en gerechtigheid. Dan proberen we onrecht te herstellen en zelf recht te doen, omdat de Heere dat wil. Heel concreet, dan bezoeken we wezen en weduwen, zodat die zich gezien weten.
Het gaat altijd over de navolging van Christus, de grote Leraar der gerechtigheid