... aan Timotheüs, mijn oprechte zoon in het geloof
1 Timotheüs 1:2a
Zoon in het geloof
Tijdens zijn eerste zendingsreis ontmoet Paulus Timotheüs in Lystre. Wanneer hij tijdens de tweede zendingsreis in Lystre komt, gaat er een goed getuigenis uit van deze jongeman. Paulus nodigt hem uit om met hem mee te gaan. Omdat zijn vader een Griek was, heeft Paulus hem besneden. Het onbesneden-zijn zou voor Joden een struikelblok kunnen zijn.
In verschillende brieven wordt deze jonge reisgenoot genoemd. Paulus spreekt op een bijzondere wijze over hem. Hij noemt hem zijn ‘lieve en getrouwe zoon’ en ‘medearbeider in het Evangelie’. Hij duidt hem aan als iemand die eerlijk handelt. Wanneer hij deze brief schrijft, noemt hij hem ‘mijn oprechte zoon in het geloof’. Deze aanduiding gebruikt hij omdat Timotheüs door Paulus tot Jezus Christus is geleid. Daardoor ontstaat er een bijzonder verhouding die Paulus vergelijkt met een vader-zoon relatie. Reden genoeg voor ons om eens na te denken over de onderstaande vraag.
Hoeveel zonen en/of dochters in het geloof heeft u?