Maar David zei in zijn hart: Ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden.
1 Samuel 27:1a
Moedeloosheid.
Bijna denk je dat David altijd op de toppen van het geloof zit, dat hij onverschrokken alles trotseert. Niets is minder waar. Na de manhaftige en geloofszekere David in hoofdstuk 26 komt de twijfelmoedige David tevoorschijn. Hij zegt in zijn hart: ik zal op een dag nog eens door Sauls hand weggevaagd worden. Hij spreekt in zichzelf, geen hoopgevende gedachten. Hij is er stellig van verzekerd dat Saul nooit te vertrouwen is, hij blijft hem opjagen, net zo lang tot hij hem te pakken heeft en van de aardbodem afgeveegd. Davids stemming is onder het nulpunt gedaald. Terwijl het geen twijfel lijdt of David de Heere vertrouwen kan, ook niet of de Heere voor hem zorgen zal en hem bewaken. Dat is volkomen zeker. Maar David overlegt bij zichzelf, ziet niet op de Heere, en zie hoe de nare gevolgen niet uitblijven. Rookt het bij ontij ook in jouw geloofsleven…
Vermeert tot Uwen love / het kranke licht / van onze klein gelove / en toevoorzicht. (Jacobus Revius)