En Saul raadpleegde de HEERE, maar de HEERE antwoordde hem niet.
1 Samuel 28:6a
De HEERE oordeelt Saul.
Filistijnse mobilisatie, Israël is doelwit. Moeilijk voor David, nog zwaarder voor koning Saul. Het binnenvallend leger dwingt Saul met soldaten tegenstand te bieden, op Gilboa de verdedigingslinie gelegd. Saul is ontzettend bang, zijn hart gaat tekeer bij het zien van de vijand. Sauls heeft alles te maken met de overtuiging en ervaring dat de Heere van hem geweken is. Hij zegt het in dit hoofdstuk: God is van mij weggegaan. Panische angst dus. Zonder God gaat het verkeerd. Indien de Heere niet met hem strijdt… Saul wil de Heere raadplegen voor deze oorlog, gewoonlijk worden dan priesters gehoord. Het wordt heel duidelijk: wat Saul ook doet, hoe hij het ook vraagt, hij krijgt geen antwoord van de Heere. Niet door dromen, niet door de urim en tummim in de borstzak, niet door een profeet. Gods oordeel over Saul. De Heere doet geen onrecht. Kus Jezus toch onderweg naar de Rechter.
Met het geloofsoog hebben wij een vooruitzicht: de wederkomst van Christus. (Guillaume Groen van Prinsterer)