Toen zeiden de bevelhebbers van de Filistijnen: Wat moeten deze Hebreeërs?
1 Samuel 29:3a
Eerlijke achterdocht.
De confrontatie is aanstaande, de Filistijnen stellen hun manschappen op, de legertroepen in slagorde geplaatst. De ene na de andere afdeling trekt voorbij, in de achterhoede worden David en zijn mannen gezien. Het trekt de aandacht van de legeraanvoerders. Davids aanwezigheid met zijn mannen daar bevreemdt de bevelhebbers, het is ongewenst. Je hoort hun vraag: Wat moeten deze Hebreeërs? Eerlijke achterdocht. Ze vertrouwen de zaak niet. Achis antwoordt: Is dit David niet, dienaar van Saul, die sinds jaar en dag bij mij is? Hij werd Israël ontrouw. Achis verdedigt Davids optreden, hij heeft sinds Davids verblijf nooit iets gezien dat argwaan wekt. De bevelhebbers zijn ontzettend kwaad, David moet worden teruggestuurd naar zijn verblijfplaats. Ze moeten er niet aan denken straks door David en zijn mannen in de rug te worden aangevallen. Het zegelied op de Filistijnen met deze David herinneren zij zich al te goed. Daarom: onderzoekt alles zorgvuldig.
Christus is nooit de eerste weg van wie een zondaar gebruik maakt tot zaligheid. O nee, Hij is altijd het laatste redmiddel. (Ebenezer Erskine)