En als u hen liefhebt die u liefhebben, wat voor dank komt u daarvoor toe? Immers, ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben.
Lukas 6:32
Genade
Jezus vertelt in vers 32, 33, en 34 wat elke zondaar kan en waarvoor geen genade nodig is: mensen liefhebben die ook jou liefhebben, goeddoen aan mensen die jou ook goeddoen en spullen uitlenen aan mensen die dat ook bij jou doen. Elke zondaar kan dit en daarom zegt Jezus tot drie keer toe: “wat voor dank komt u daarvoor toe?”
Nu is dat laatste zinnetje lastig te vertalen, maar letterlijk staat er: “Wat voor genade heb jij dan”. Voor bovenstaande dingen heb je geen genade nodig.
Je hebt echter wel genade nodig om goed te zijn voor je vijand en hem lief te hebben. Je hebt wel genade nodig om iets uit te lenen waarvan de kans groot is dat je het niet terug krijgt.
Wanneer we dit tot ons laten doordringen, beseffen we dat we zondaren zijn en dat we genade nodig hebben. Precies daarvoor is Jezus gekomen.
Om een mens in een heilige te veranderen is genade nodig. Wie dat niet ziet, weet niet wat een mens is, en ook niet wat een heilige is (Blaise Pascal).