Voer minimaal 2 tekens in.
Jezus dan (…) zei: U kent Mij niet alleen, maar u weet ook waar Ik vandaan kom; en Ik ben niet uit Mijzelf gekomen, maar Die Mij gezonden heeft, is waarachtig, en Hem kent u niet.
Johannes 7:28
Het antwoord
In vers 28 en 29 geeft Jezus antwoord op de vraag van gisteren. Bijzonder is dat deze vraag niet aan Jezus Zelf gesteld wordt. De mensen om Hem heen spreken met elkaar over Hem zonder dat ze met Hem Zelf in gesprek gaan. Maar de Heiland kent hun vragen en geeft hen ook gelijk. ‘Jullie weten inderdaad waar Ik vandaan kom. Dat is het probleem niet’, zegt Hij. ‘Het grote probleem is, jullie kennen Mijn Vader niet! Dat is de reden dat jullie Mij niet erkennen als de Christus.’ Jezus gaat hierover niet in discussie. Hij roept dit uit, zegt onze tekst. Dat betekent: Hij proclameert als de Afgezant van God de Vader dat de oorzaak van ons ongeloof is dat we God niet kennen. ‘Hem kent u niet’, zegt Jezus. ‘Maar Ik ken Hem.’ Het antwoord op alle vragen is: God kennen door Jezus Christus!
‘En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt.’ (Joh. 16:3)