Daarop bad Manoach de HEERE vurig en zei: Ach, Heere, laat de Man Gods (…) toch opnieuw naar ons toe komen om ons te leren wat wij met het jongetje dat geboren zal worden, moeten doen. Richteren 13:8
Een gebed om wijsheid in de opvoeding Manoach weet niet wat hij hoort: na al die jaren van kinderloosheid, straks eindelijk een kind? Een zoon, en dan zelfs een aan de HEERE toegewijde nazireeër? Het zou een regelrecht wonder zijn, maar Manoach gelooft het. Dat is op zich al bijzonder, als je bedenkt hoe de oude priester Zacharias reageerde op de boodschap van Gabriël dat hij een zoon zou krijgen (Luk. 1:18). Eindelijk een kind, wat een zegen. Maar tegelijk: wat een opdracht. Want hoe voed je zo’n kind in Gods Naam op? Als Manoach het verslag van zijn vrouw heeft gehoord, gaat hij bidden: ‘Heere, laat die Man Gods terugkomen en ons vertellen wat te doen.’ Manoach beseft zijn afhankelijkheid bij deze grote taak. Welke ouder kan opvoeden? Hoe leef je je kinderen het leven met de HEERE voor? Het is onmogelijk in eigen kracht, Manoach weet het. Maar hij vindt de weg naar boven. Tegen welke beperkingen loopt jij in de opvoeding aan? Wat kun je van Manoach leren?