Bekeerd worden van rekenen Alle werkers krijgen hetzelfde. Het is alles uit genade. We vatten de gelijkenis zo op: die werkers van het elfde uur halen, met zo weinig mogelijk inspanning, veel binnen. Net zo veel als de werkers van het eerste uur. Dat is toch geweldig? We gunnen iedereen hetzelfde eeuwige leven omdat we er zelf ook niets voor doen. Maar … als geloven nu echt iets zou kosten? Verkopen wat je hebt en het aan de armen geven of alles verlaten (Matth. 19:21, 27). Als geloven je leven opschudt, zou je dan nog niet willen weten of het verschil maakt wat je ervoor doet? Is ons probleem niet dat we er niet echt iets voor doen en dat we daarom de boosheid van die harde werkers niet goed kunnen plaatsen? Ik geloof dat Jezus deze gelijkenis ook heeft uitgesproken voor ons die ons leven inzetten voor Hem, daarvoor iets opgeven, maar soms aan het rekenen slaan en ons wat ergeren aan anderen, die het in onze ogen te gemakkelijk opnemen. Wat erg: je ergeren aan de goedheid van de Koning.