[David] bouwde voor zichzelf huizen in de stad van David; en hij maakte voor de ark van God een plaats gereed, en zette er een tent voor op. 1 Kronieken 15:1
Tijd voor God David was druk aan het bouwen. Hij kreeg hout van Hiram, de koning van Tyrus. Er waren genoeg arbeidsmigranten in de stad: metselaars en bouwlieden (1 Kron. 14:1). Te midden van de bouwactiviteiten reserveert hij een plaats voor de Heere. Een tent, een voorlopige plek totdat er een tempel zou zijn. Inmiddels beseft David hoe heilig de ark is. Alleen Levieten mogen de ark dragen (1 Kron. 15:2). God kun je niet dienen op je eigen manier. Dat moet je ook niet willen. David heeft het druk. Hoe herkenbaar. Bouwen aan je huis. Bouwen aan je carrière. Bouwen aan een plan voor de toekomst. Reserveer je te midden van al die drukte ook een plaats voor de Heere? Stille tijd, momenten van mediatie en gebed. Is die plaats ook een heilige plaats? Afgezonderd, alleen voor God. Soms valt het niet mee om zo’n structuur in je leven aan te brengen. Maar het is de moeite waard. ‘Meditatie is het beste begin van het gebed en gebed is de beste afsluiting van meditatie.’ (George Swinnock)