Voer minimaal 2 tekens in.
Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken.
1 Kronieken 16:8
Loof de HEERE
David gaf Asaf een loflied. Het begint met de woorden: ‘Loof de HEERE.’ Is dat een plicht, een bevel? Nee. Ik weet zelfs niet eens of je het een aansporing moet noemen. Stel je voor dat je een prachtig schilderij ziet, waardoor je helemaal overweldigd raakt. Wat is het dan fijn dat er iemand naast je staat in het museum tegen wie je kunt zeggen: ‘Wat prachtig!’ Je bent er vol van en wilt het delen. Zo is David vol van Gods heerlijkheid. Hij wil het delen. Loof de Heere. Heb aandacht voor Wie Hij is en wat Hij doet. Wees aandachtig.
Als je iets ervaart van Gods goedheid en grootheid, loopt je mond ervan over. Je gaat zingen. God is machtig in Zijn wonderen en heerlijk in Zijn oordelen. Hij is groot en genadig omdat Hij met vriendelijke ogen ziet op wie Hem gedurig zoekt (vers 11). Laat het hart van wie de Heere zoeken zich verblijden.
‘Ik denk dat wij gaarne loven waarvan wij genieten. Het genot is niet compleet, voordat het onder woorden is gebracht.’ (C.S. Lewis)