De buit is voor de Heere In dit hoofdstuk lees je een serie overwinningen van David. De lijst is lang: het land van de Filistijnen, Moab, Syrie, Edom. Je komt ook onbekende namen tegen, zoals Soba, waar Hadarézer koning was. Soba was in die dagen een machtige staat. Dat blijkt wel uit de oorlogsbuit: duizend wagens, zevenduizend ruiters en twintigduizend man voetvolk. David liet van zeshonderd paarden de achillespezen doorsnijden, zodat ze ongeschikt werden als oorlogspaard. Honderd paarden liet David ongemoeid. Zo liet David zien dat hij de Heere gehoorzaam wilde zijn. Koningen van Israël mochten wel enkele paarden hebben maar niet veel (Deut. 16:17). Succes en overwinningen kunnen je gemakkelijk trots maken. Trots is jezelf op de borst kloppen. Wat een prachtig gebaar dat David alle buit wijdde aan de Heere. Daarmee wilde hij laten zien dat de Heere hem de overwinning had gegeven. Het staat drie keer in dit gedeelte: de Heere gaf David de overwinning overal waar hij heen ging. Een oefening: wissel in gedachten het woord ‘trots’ in voor het woord ‘dankbaar’, en kijk hoe dit in je denken een verschil maakt.