Voer minimaal 2 tekens in.
En alle weduwen stonden bij hem, terwijl zij huilden en de onder- en bovenkleding toonden die Dorkas gemaakt had toen zij nog bij hen was.
Handelingen 9:39
Toen zij nog bij hen was
Toen hij of zij nog bij ons was. Die woorden roepen mooie, maar ook pijnlijke herinneringen op. Wie kan dan troosten? Zo is het ook in Joppe. Dorkas is overleden, een vrouw met hart voor anderen, een vrouw die haar geloof ook beleed door haar daden. Petrus hoort ervan en gaat meteen naar het vertrek waar Dorkas is opgebaard. Weduwen, vrouwen die het gemis van een geliefde kennen, staan daar. Juist zij laten Petrus het werk van Dorkas zien. Ze maken duidelijk dat ze haar en haar werkzaamheden zullen missen. Ze geven ermee aan welke plaats Dorkas innam. De dood haalt definitief een streep door de verbondenheid met elkaar. ‘Toen zij nog bij hen was.’ Zo kerven gemis en rouw diepe sporen in ons leven en wordt de dood als een bittere vijand ervaren. Wat is de breuk van zonde, die alle eeuwen doorgaat, toch heftig. Hier kan het gebed groeien om kracht groeien om de wederkomst van Hem Die alle dingen nieuw maakt.
‘Wie kan er tranen drogen als Jezus? Immers geen!’ (Lied 505:2, Weerklank)