Dankoffer Wanneer eten wordt klaargemaakt, kunnen de reukorganen plezierig worden gestimuleerd. ‘Wat ruikt het heerlijk’, zeggen we dan. Toch is het anders dan voedsel proeven. Proeven is intenser, het prikkelt de smaakorganen. In Leviticus 3 wordt het dankoffer besproken. De overeenkomst met het brandoffer is dat het dier wordt verbrand. Maar bij het dankoffer wordt het vet van het dier – het beste deel – verbrand. Het is ‘een aangename geur’ voor de Heere. Dat staat zowel bij het offeren van een koe of stier, als bij het offeren van een geit. Wanneer er sprake is van een lam worden opnieuw de vette delen van het dier geofferd, zodat dit vuuroffer ‘voedsel’ is voor de Heere. Voedsel kan vertaald worden met ‘brood’. Het is een menselijke wijze van spreken over God, waarbij het vanzelfsprekend is dat God niet afhankelijk is van de offergave (zie Ps. 50:7-15). Brandoffer: totale toewijding aan God. Graanoffer: het werk van onze handen danken we aan God. Dankoffer: dank voor Gods weldaden. Welk wekelijks dankoffer brengt u aan de Heere?