Voer minimaal 2 tekens in.
Spreek tot Aäron, tot zijn zonen en tot al de Israëlieten, en zeg tegen hen: Dit is het woord dat de HEERE geboden heeft.
Leviticus 17:2
Offer- en bloed voorschriften
Mozes krijgt de opdracht om tot Aäron, zijn zonen en het volk te spreken. Het gaat om voorschriften die het volk aangaan. Als eerste geeft de Heere aanwijzingen voor het slachten van dieren. Door de omliggende volken worden dieren geofferd aan demonen (vs. 7). Dat mag bij de Israëlieten niet gebeuren. Offers moeten bij de tabernakel worden gebracht, omdat het offers voor God de Heere zijn. Het tweede voorschrift betreft het consumeren van bloed. Blijkbaar was dit gebruikelijk bij de omliggende volken. Deze instructie had de Heere al aan Noach gegeven (Gen. 9:4) en wordt nu herhaald. Dit geldt voor het volk, maar ook voor vreemdelingen. Vreemdelingen ontvangen veel: een eerlijke behandeling, zorg voor wezen en weduwen. Daarnaast geeft de Heere opdracht om op bepaalde onderdelen te integreren: onderhouden van de sabbat, Grote Verzoendag enzovoort. Daaronder valt ook de verantwoordelijkheid om geen bloed te consumeren.
Wat valt u in dit hoofdstuk op? Denk aan Israël ten opzichte van andere volken, maar ook aan de wijze waarop vreemdelingen integreren.