De trouw van de Schepper Er is geen grijs, zagen we bij Pergamus. Hier is het: geen ruimte voor lauwheid. Je weet niet wat je hebt aan lauwheid, want het is niet heet en niet koud, net als het lauwe water waarop de stad Laodicea aangewezen was. Het getuigenis van de gemeente moet waarachtig zijn, zoals Christus de waarachtige Getuige is. Zelfbedrog is weglopen van de waarheid. Dat doet Laodicea. Maar Christus, als het begin van de schepping, is trouw. Laodicea is de zevende gemeente en zeven is het getal van Gods trouw aan Zijn schepping. Hij geeft niet op en blijft kloppen, zelfs aan de deur van Laodicea. Filadelfia gaf Hij een geopende deur omdat ze trouw was; hier vraagt hij Laodicea om zich te bekeren en de deur open te doen voor Hem. Hij zoekt de gemeenschap met haar, zoals die wordt uitgedrukt in het samen de maaltijd gebruiken (vs. 20). Aan Filadelfia werd de kroon beloofd, aan Laodicea de troon (vs. 21). ‘U kunt zich niet te spoedig bekeren, omdat u niet weet hoe spoedig het te laat kan zijn.’ (Thomas Fuller)