En toen het Lam het vijfde zegel geopend had, zag ik onder het altaar de zielen van hen die geslacht waren omwille van het Woord van God. Openbaring 6:9
Als reukoffer geslacht Na de opening van het vijfde zegel ziet Johannes de zielen van de martelaren. Het altaar waarop ze geofferd zijn en waaronder ze nu schuilen is het reukofferaltaar waarop de Israëliet zijn offer als teken van zelfovergave bracht. Het Woord van de Heere is deze zielen meer waard dan hun leven. Maar hun dood betekent wel onrecht. Zolang dat niet gewroken is, komt God aan Zijn eer tekort. Daarom roepen ze om wraak, niet voor henzelf maar omwille van Gods eer. De opening van het zesde zetel laat zien dat hun gebed gehoord wordt. Kosmische rampen kondigen het eindoordeel aan. De wanhoop van de onrechtvaardigen klinkt in een citaat uit Hosea (10:8). Het zijn de dagen die de Heere Jezus Zelf ook voorspeld had (Luk. 23:30). Hier is Hij het Lam dat toornt over het onrecht, ook Hemzelf aangedaan. Probeer niet onder de bergen te schuilen, maar achter Zijn bloed! ‘Zelfs vóór wij roepen, antwoordt God. Hij weet precies wat in ons hart is.’ (Matthew Henry)