Gewassen kleren en gedroogde tranen Nadat enkele hoofdstukken de aarde in beeld geweest is, gaat de blik nu weer naar de hemel. Opnieuw worden Gods kinderen op aarde bemoedigd door inzicht in wat er echt toe doet. Daarom heet dit boek: Openbaring. Gods realiteit is dat het lijden eindig is. Wie sterven in Hem, worden verlost uit de grote verdrukking. Die krijgen witte kleren en hun tranen worden gedroogd. De belofte aan Abraham, dat alle volken in hem gezegend zullen zijn, wordt hier vervuld. De verlosten komen uit alle naties, stammen, volken en talen, niet te tellen, net zo min als de sterren aan de hemel en het zand aan de zee. Weer zien we daar de engelen, de ouderlingen en de dieren, en nog steeds klinken de lofprijzing en het amen. De hemelse tempel en tabernakel (‘tent’) is hun verblijfplaats (vs. 15). Het Lam is ook de goede Herder (Johannes 10:11). ‘Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot ¼’ (Psalm 84:1, berijmd). ‘Eenmaal zullen de goddelozen Christus zien in Zijn toorn; Gods kinderen zullen Hem zien in Zijn glimlach en schoonheid.’ (Matthew Henry)