De HEERE is met u, zolang u met Hem bent. Als u Hem zoekt, zal Hij door u gevonden worden, maar als u Hem verlaat, zal Hij u verlaten. 2 Kronieken 15:1
Dienen en eren In een tijd van voorspoed loert het gevaar van hoogmoed. De profeet Azaria wordt naar koning Asa gestuurd. De naam van deze profeet betekent: hem die de Heere helpt. Hij wordt door de Geest van God ingeschakeld om Asa en het volk bij de Heere te bewaren. Het volk wordt bemoedigd en erop gewezen dat de Heere hen tot hiertoe heeft geholpen. Aangespoord door het Woord van de Heere worden de hervormingen verder uitgevoerd. Het volk prijst God en vernieuwt de belofte aan Hem. In Jeruzalem wordt een groot feest gehouden en worden offers aan de Heere gebracht. Het is een feest op de toonhoogte van Psalm 100:1 (berijmd): ‘Dient God met blijdschap, geeft Hem eer.’ Het is goed dat ook wij heel ons leven wijden aan de Heere. We hebben immers alles aan Hem te danken. Wij hoeven geen offerdieren te offeren, maar mogen op grond van Jezus’ offer heel ons leven als een dankoffer aan de Heere geven. ‘Wie barmhartigheid bewijst, brengt een lofoffer.’ (Jozua Ben Sirach)