Voer minimaal 2 tekens in.
De koning van Israël zei tegen Josafat: Zodra ik mij vermomd heb, trek ik ten strijde. Trekt u echter uw kleren aan. Zo vermomde de koning van Israël zich en trokken zij ten strijde.
2 Kronieken 18:29
Vermomd
Op het slagveld strijdt koning Achab anoniem. Hij is vermomd als gewone soldaat en is daardoor voor de vijand niet herkenbaar als de koning van Israël. Alle ogen zijn in de strijd gericht op de strijdwagen van Josafat. Vanwege zijn koninklijke kleed richt de vijand zich op hem. Omsingeld door de vijand schreeuwt Josafat om hulp. Een roep die door God wordt opgevangen. Josafat wordt onverdiend wonderlijk gered. Hoe anders is het einde van koning Achab. In de strijd wordt hij getroffen door een pijl, hoewel de schutter geen idee had dat hij de koning van Israël trof. Achab sterft, zoals de profeet Micha had gezegd. Zijn vermomming redt Achab niet. Tegen de tijd dat de zon ondergaat, gaat ook zijn leven onder en sterft hij. Het oordeel van Hem voor Wie niets verborgen is, wordt over de vermomde koning voltrokken.
‘Als God veroordeelt is er geen hoger beroep mogelijk.’ (Thomas Watson)