Verborgen in Gods huis Met een baby in haar armen vlucht een vrouw uit het paleis. Opnieuw is het leven van een mens niet in tel. Athalia wil na de dood van haar man de macht overnemen. Om de troon te bemachtigen doodt ze alle familieleden die troonopvolger kunnen zijn. Alleen de baby Joas ontkomt aan het bloedbad. Josabat, de vrouw van de priester Jojada, ontfermt zich over het jonge leven. De baby krijgt een schuilplaats in een van de vertrekken in de tempel. Joas is nog zo klein dat de voedster mee moet om hem te voeden en te verzorgen. Zo verblijft Joas in zijn kinderjaren in het huis van God. Als Joas zeven jaar is wordt het geheim onthuld. Hij komt tevoorschijn en wordt gekroond en gezalfd tot koning. Leve de koning! Zijn leven is gespaard, door God, opdat eens vanuit het huis van David geboren wordt de allerhoogste Koning. God regeert! ‘De Heere regeert! Bemoedigender waarheid is er niet.’ (Guillaume Groen van Prinsterer)