De uitzending van de twaalf discipelen Alle twaalf stammen van Israël moeten horen dat Jezus verlossing en eeuwig leven geeft. In die tijd was er geen radio of krant. Een belangrijke boodschap werd mondeling overgebracht. Twaalf discipelen van Jezus krijgen de autoriteit om dit te doen. Ze mogen geen dingen voor onderweg meenemen. Geen staf om eventuele rovers van zich af te slaan. Geen reiszak met hulpmiddelen voor onderweg. Geen reservekleding. Zij moeten volledig op God vertrouwen. Bovendien laat dit zien dat hun enige doel het verkondigen van het Evangelie is, en niet er zelf (materieel) beter worden. Omdat zij niets meenemen, kunnen zij snel reizen en veel mensen bereiken. Het kan zo maar gebeuren dat wij ons vertrouwen op God kwijtraken en we onze zekerheid zoeken in allerlei aardse zaken en zekerheden. Grote kans dat je daardoor ook de waarde van het Evangelie uit het oog verliest. ‘Afgoderij is in plaats van de enige ware God Die Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, of naast Hem iets anders bedenken of hebben waarop de mens zijn vertrouwen stelt.’ (Heidelbergse Catechismus, zondag 34, antwoord 95)