Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (…), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan. En zo zal heel Israël zalig worden.
Wat God belooft, doet Hij Paulus worstelt enorm met de vraag waarom hij wel en vele van zijn volksgenoten niet tot geloof in de Heere Jezus Christus komen. Hij ziet in zichzelf de trouw van God. God zal ook Zijn volk trouw blijven. Dat heeft Hij beloofd. De loop van het Evangelie gaat niet buiten Israël om. God ent heidenen als wilde takken in Israël. In het Oude Testament zijn dat mensen zoals Rachab, Ruth en de inwoners van Ninevé. Vervolgens zegt hij dat over een deel van Israël de verharding is gekomen. Niet over allen dus, maar over een deel. Paulus is er zelf een voorbeeld van. Eerst moet de volheid van de heidenen binnengaan, daarna de volheid van Israël. In deze weg zal heel Israël zalig worden. God maakt het getal van de zaligen vol. Volg het wereldnieuws eens aan de hand van de gang van het Evangelie. ‘God zal Zijn waarheid nimmer krenken, maar eeuwig Zijn verbond gedenken.’ (Psalm 105:5, berijmd)