Tweede Kerstdag Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. Romeinen 12:1
Een logische consequentie Leer en leven hangen met elkaar samen. Tot nu toe was de Romeinenbrief tamelijk leerstellig. Vanaf hoofdstuk 12 geeft Paulus een aantal praktische toepassingen. Hij roept je ertoe op om je lichaam aan God te wijden als een offer. Dat is je redelijke godsdienst. Letterlijk: je logische godsdienst. Anders gezegd: dat is wat je past. Wat past je? Dit: je leven zo in de dienst van de Heere besteden dat het een offer is. Je doet niet meer mee met deze wereld, je doet wat de Heere vraagt. Je ontvangt een nieuwe gezindheid. Dat heeft alles met je lichaam te maken. Daarbij ondervind je strijd, ook in je eigen leven. Want de wereld is niet buiten je, de wereld zit ook in je eigen hart. Daarom heb je concrete handreikingen nodig: regels van God. Het houden van Zijn geboden kost je wat. Het is een offer. Heere, leer mij Uw geboden te doen uit dankbaarheid.