2 Petrus 1
De tweede algemene brief van de apostel Petrus

HSV

Afzender, geadresseerden, groet

1Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen die een even kostbaar geloof ontvangen hebben als wij, door de gerechtigheid van onze God en Zaligmaker, Jezus Christus:Het woordje “dierbaar” had in de 17e eeuw een ietwat andere lading dan nu. We moeten tegenwoordig meer denken aan het woordje “duur”. Het Griekse grondwoord verwijst naar iets dat een grote waarde heeft. Het woordje “dierbaar” heeft tegenwoordig vooral een emotionele lading. “Kostbaar” is een zuiverder weergave van de grondtekst.

2Rom. 1:7; 1 Petr. 1:2moge genade en vrede voor u 1 Petr. 1:2; Judas vs. 2vermeerderd worden Joh. 17:3door de kennis van God en van Jezus, onze Heere.

De christelijke roeping en verkiezing

3Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd.

4Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken, Jes. 56:5; Joh. 1:12; Rom. 8:15; Gal. 3:26opdat u daardoor deel zou krijgen aan de Goddelijke natuur, nadat u het verderf, dat er door de begeerte in de wereld is, ontvlucht bent.Het woordje “dierbaar” had in de 17e eeuw een ietwat andere lading dan nu. We moeten tegenwoordig meer denken aan het woordje “duur”. Het Griekse grondwoord verwijst naar iets dat een grote waarde heeft. Het woordje “dierbaar” heeft tegenwoordig vooral een emotionele lading. “Kostbaar” is een zuiverder weergave van de grondtekst.

5En daarom moet u zich er met alle inzet op toeleggen om aan uw geloof deugd toe te voegen, aan de deugd kennis,

6aan de kennis zelfbeheersing, aan de zelfbeheersing volharding, aan de volharding godsvrucht,Het woord lijdzaamheid dat de SV hier gebruikt betekent vandaag de dag: stille berusting, gelatenheid. Het heeft dus nu nagenoeg dezelfde gevoelswaarde als lijdelijkheid. Dat is absoluut niet de betekenis en de bedoeling van het Griekse grondwoord hupomonè. Dat is de reden dat het woord lijdzaamheid in de herziening het veld heeft moeten ruimen. Het grondwoord betekent: geduld, volharding, uithoudingsvermogen, standvastigheid.

7aan de godsvrucht broederliefde en aan de broederliefde liefde voor iedereen.

8Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en toenemen, zullen ze u niet doelloos en Tit. 3:14onvruchtbaar laten wat de kennis van onze Heere Jezus Christus betreft.

9Immers, bij wie deze dingen niet aanwezig zijn, Jes. 59:10; Zef. 1:17die is blind en kortzichtig, omdat hij de reiniging van zijn vroegere zonden vergeten is.

10Daarom, broeders, beijver u des te meer om uw roeping en verkiezing vast te maken; want als u dat doet, zult u nooit struikelen.

11Want zo zal u in rijke mate de toegang worden verleend tot het eeuwig Koninkrijk van onze Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.

12Daarom zal ik niet nalaten u altijd aan deze dingen te herinneren, hoewel u ze weet en in de waarheid, die bij u is, versterkt bent.

13En ik acht het juist, zolang ik in deze tent ben, u 2 Petr. 3:1op te wekken door de herinnering hieraan,

142 Tim. 4:6omdat ik weet dat het afbreken van mijn tent nu snel zal plaatsvinden, Joh. 21:18,19zoals onze Heere Jezus Christus mij ook duidelijk heeft gemaakt.

15Maar ik zal mij ook voortdurend beijveren dat u na mijn heengaan deze dingen in gedachten blijft houden.

Het profetische woord, dat vast en zeker is

161 Kor. 1:17; 2:1,4; 4:20Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, Matt. 17:1; Joh. 1:14; 1 Joh. 1:1maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.

17Want Hij heeft van God de Vader eer en heerlijkheid ontvangen, toen een stem als deze van de verheven heerlijkheid tot Hem kwam: Matt. 3:17; 17:5; Mark. 1:11; 9:7; Luk. 3:22; 9:35; Kol. 1:13Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb.

18En deze stem hebben wij gehoord, toen deze vanuit de hemel kwam, terwijl wij met Hem op de heilige berg waren.

19En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan 2 Kor. 4:6als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en Openb. 22:16de morgenster opgaat in uw hart.

20Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat;

21want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, 2 Tim. 3:16door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken.

1

Opschrift en heilbede

1Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan degenen, die even dierbaar geloof met ons verkregen hebben, door de rechtvaardigheid van onzen God en Zaligmaker, Jezus Christus:

2Rom. 1:7. 1 Petr. 1:2.Genade en vrede zij u 1 Petr. 1:2. Judas vs. 2.vermenigvuldigd Joh. 17:3.door de kennis van God, en van Jezus, onzen Heere;

De Christelijke roeping

3Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles, wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen, Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd;

4Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, Jes. 56:5. Joh. 1:12. Rom. 8:15. Gal. 3:26.opdat gij door dezelve der Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf, dat in de wereld is door de begeerlijkheid.

5En gij, tot hetzelve ook alle naarstigheid toebrengende, voegt bij uw geloof deugd, en bij de deugd kennis,

6En bij de kennis matigheid, en bij de matigheid lijdzaamheid, en bij de lijdzaamheid godzaligheid,

7En bij de godzaligheid broederlijke liefde, en bij de broederlijke liefde, liefde jegens allen.

8Want zo deze dingen bij u zijn, en in u overvloedig zijn, zij zullen u niet ledig noch Tit. 3:14.onvruchtbaar laten in de kennis van onzen Heere Jezus Christus.

9Want bij welken deze dingen niet zijn, Jes. 59:10. Zef. 1:17.die is blind, van verre niet ziende, hebbende vergeten de reiniging zijner vorige zonden.

10Daarom, broeders, benaarstigt u te meer, om uw roeping en verkiezing vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen.

11Want alzo zal u rijkelijk toegevoegd worden de ingang in het eeuwig Koninkrijk van onzen Heere en Zaligmaker, Jezus Christus.

12Daarom zal ik niet verzuimen u altijd daarvan te vermanen, hoewel gij het weet, en in de tegenwoordige waarheid versterkt zijt.

13En ik acht het recht te zijn, zolang ik in dezen tabernakel ben, dat ik u 2 Petr. 3:1.opwekke door vermaning;

142 Tim. 4:6.Alzo ik weet, dat de aflegging mijns tabernakels haast zijn zal, Joh. 21:18, 19.gelijkerwijs ook onze Heere Jezus Christus mij heeft geopenbaard.

15Doch ik zal ook naarstigheid doen bij alle gelegenheid, dat gij na mijn uitgang van deze dingen gedachtenis moogt hebben.

161 Kor. 1:17. 2:1, 4. 4:20.Want wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, Matt. 17:1. Joh. 1:14. 1 Joh. 1:1.maar wij zijn aanschouwers geweest van Zijn majesteit.

17Want Hij heeft van God den Vader eer en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Matt. 3:17. 17:5. Mark. 1:11. 9:7. Luk. 3:22. 9:35. Kol. 1:13.Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.

18En deze stem hebben wij gehoord, als zij van de hemel gebracht is geweest, toen wij met Hem op den heiligen berg waren.

19En wij hebben het profetische Woord, dat zeer vast is, en gij doet wel, dat gij daarop acht hebt, 2 Kor. 4:6.als op een licht, schijnende in een duistere plaats, totdat de dag aanlichte, en Openb. 22:16.de Morgenster opga in uw harten.

20Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging;

21Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens mensen, maar de heilige mensen Gods, 2 Tim. 3:16.van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.