Psalm 113
Het boek Psalmen

HSV

Aansporing om de HEERE te loven

1Halleluja!

Loof, dienaren van de HEERE,

loof de Naam van de HEERE.

2Dan. 2:20De Naam van de HEERE zij geloofd,

van nu aan tot in eeuwigheid.

3Mal. 1:11Vanwaar de zon opkomt tot waar hij ondergaat,

zij de Naam van de HEERE geprezen.

4De HEERE is verheven boven alle heidenvolken,

boven de hemel is Zijn heerlijkheid.

5Wie is als de HEERE, onze God?

Die zeer hoog woont,

6Die zeer laag ziet,

in de hemel en op de aarde;

71 Sam. 2:8; Ps. 107:41Die de geringe opricht uit het stof,

de arme verheft uit het vuil,

8om hem te doen zitten bij edelen,

bij de edelen van Zijn volk;

9Die de onvruchtbare doet wonen in haar gezin:

een blijde moeder van kinderen.

Halleluja!

113

Vermaning om God te loven

1Hallelujah! Looft, gij knechten des HEEREN! looft den Naam des HEEREN.

2Dan. 2:20.De Naam des HEEREN zij geprezen, van nu aan tot in der eeuwigheid.

3Mal. 1:11.Van den opgang der zon af tot haar nedergang, zij de Naam des HEEREN geloofd.

4De HEERE is hoog boven alle heidenen, boven de hemelen is Zijn heerlijkheid.

5Wie is gelijk de HEERE, onze God? Die zeer hoog woont.

6Die zeer laag ziet, in den hemel en op de aarde;

71 Sam. 2:8. Ps. 107:41.Die den geringe uit het stof opricht, en den nooddruftige uit den drek verhoogt;

8Om te doen zitten bij de prinsen, bij de prinsen Zijns volks.

9Die de onvruchtbare doet wonen met een huisgezin, een blijde moeder van kinderen. Hallelujah!