Zonde belijden Nee, geen Jozef, plotseling doemt een bizarre geschiedenis op. Het is om door de grond te zakken voor Juda, hij die God looft. Hij wordt heftig geconfronteerd met zijn zonde, terwijl hij zijn eigen schoondochter beticht van overspel. Juda, je wijst met een vinger naar Tamar maar drie vingers wijzen naar jou! Ook vandaag gebeurt er heel wat op dit gebied. De tijd om buiten het boekje van huwelijkstrouw te gaan en dan de ander te beschuldigen van overspel en zelf denken buiten schot te blijven. Second love waait door onze samenleving. Een mens moet in alle vrijheid kunnen genieten van het leven, zo waait dit levensgevoel ook door de kerk. Juda buigt, hij herkent de panden: de zegel, het snoer en de staf. Ik hoor Juda zeggen terwijl hij zijn hoofd buigt: ‘Je hebt gelijk, ik ben die zondaar.’ Wat een zegen als een zondaar zover komt dat hij zijn zonden belijdt aan God. Jezus, Hij stierf voor onze zonden. De straf die ons de vrede brengt was op Hem – Jezus.