Voer minimaal 2 tekens in.
(…) waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn.
Mattheüs 6:21
Op aarde is niets waardevast
‘Verzamel geen schatten voor u op de aarde (…)’ Onze schatten kunnen zijn: eigendommen, onze hobby, je banksaldo, je kleren. Jezus duidt met de woorden ‘mot’ en ‘roest‘ de vergankelijkheid van dat alles aan. Je kunt het zo verliezen. Dat wil niet zeggen dat je niets mag bezitten. Maar Jezus waarschuwt tegen het verzamelen van het aardse goed met als doel puur je eigen genot. Als bezittingen ons afhouden van de schat in de hemel zijn ze schadelijk. ‘Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn’ (vs. 21). Als je door het geloof aan Jezus verbonden bent, heb je ook bezittingen nodig om te kunnen leven. Wie alles uit de hand van Jezus ontvangt, wil met zijn aardse bezit Hem dienen en ook de naaste, dichtbij en ver weg. Een christen lijkt op een rentmeester: je beheert het goed van de Meester en moet daar eens verantwoording voor afleggen.
Wanneer moeten we verantwoording afleggen?