Voer minimaal 2 tekens in.
Wees niet bevreesd ...
Ezechiël 2:6
Onbevreesd profeteren
De Almachtige gaat spreken tot Zijn profeet. De Geest komt in hem en zo wordt hij tot profeet gezalfd. De HEERE spreekt hem voortaan aan als ‘mensenkind’. Daarmee zet God Ezechiël op zijn plaats: je bent slechts een mens. Tegelijk is het zijn profetentitel. De Heere Jezus noemde Zichzelf ook Zoon des mensen. Kwetsbaar en tegelijk gezonden met goddelijk gezag, het gold voor Ezechiël en de Heere Jezus. Beiden wisten dat ze niet met open armen ontvangen zouden worden. De Heere Jezus kwam tot de Zijnen, maar die namen Hem niet aan (Joh. 1:11). Ezechiël wordt gezonden naar een ‘opstandig huis’ (vs. 5). Vier keer zegt de Heere daarom: ‘Wees niet bevreesd’ (vs. 6). Het is immers de ‘Heere HEERE’ die zendt. Die naam (‘adonai elohim’) wordt in het hele boek gebruikt om aan te geven namens Wie Ezechiël spreekt. Ook wie vandaag getuigt van God hoeft niet te vrezen.
Beschouw uzelf als de minste van de heiligen en de grootste van de zondaren. Dan zult u werkelijk dankbaar zijn. (Th. Watson)