Als wachter aangesteld De Britse premier Chamberlain suste in 1938 de gemoederen door te beweren dat het met Hitlers machtswellust wel meeviel. Later werd hem dat gebrek aan profetisch leiderschap verweten. Ezechiël mag het volk niet geruststellen door te zeggen dat het met Gods toorn wel meevalt. Doet hij dat, dan eist God het vergoten bloed van het volk af van de profeet, die faalde als wachter (vs. 18). Waarschuwen kan Ezechiël pas als hij het Woord van God tot zich genomen heeft. Dat gebeurt in dit hoofdstuk in een beeld, zoals er later nog meer volgen. Ezechiël moet een boekrol opeten (vs. 2). Die smaakt zoet. Dat beeld mogen we vasthouden als er sombere hoofdstukken volgen. Ze lijken bitter, maar ze bedoelen bekering te wekken en zijn dus tegelijk zoet. Nog steeds moeten mensen gewaarschuwd worden voor het oordeel over ieder die niet aan Jezus toebehoort. Weten wij ons als wachter aangesteld? Als wij in de muil van de leeuw van de zonde zijn en de prediker schiet door een bestraffing deze zonde dood, zullen wij dan niet dankbaar zijn? (Th. Watson)