Ikabod In dit hoofdstuk gebeurt het ergste wat Israël kan overkomen. De heerlijkheid van de HEERE verlaat de tempel. Ezechiël ziet het voor zijn ogen gebeuren in een nieuw visioen. Hij had het met de vrouw van Pinehas kunnen zeggen: weg is de heerlijkheid, of in het Hebreeuws: weg is de ‘kabod’, ‘i-kabod’ (1 Sam. 4:21). Ezechiël ziet weer de hemelwagen van God, die hij in het eerste visioen zag (in hoofdstuk 1), met de vier wezens en de wielen. Geert Mak schreef het boek ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’. Wat hier gebeurt, is onvergelijkbaar erger. God verdwijnt uit Zijn eigen heiligdom! En de man in linnen kleding, die eerst zorgde voor de uitredding van hen die het kruisteken op hun voorhoofd kregen, werkt nu mee aan het oordeel (vs. 2). Voor wie de Heere Jezus geen Redder is, is Hij Rechter. Geloven in God verdwijnt ook uit onze samenleving. Raakt het ons? Christus zal altijd zorgen voor Zijn kerk. Hij zal zorgen dat de poorten der hel haar niet zullen overweldigen. Alles gaat goed hoewel onze ogen er niets van zien. (J.C. Ryle)