Noach, Daniël en Job ‘Bekeer u, keer u af van uw stinkgoden en keer uw gezichten af van al uw gruweldaden’ (vs. 6), zo vermaant Ezechiël de oudsten die bij hem om raad gekomen zijn, terwijl er afgoderij in hun hart is. Er is dus nog ommekeer mogelijk! De HEERE verbindt er zelfs een heerlijke belofte aan: ‘U zult Mij tot een volk zijn en Ik zal u tot een God zijn.’ Maar liefst vijf keer komt deze uitdrukking bij Ezechiël voor (11:20, 14:11, 36:28, 37:23 en 37:27). Maar voor wie zich niet bekeert, kan zelfs de aanwezigheid van Noach, Daniël en Job geen uitkomst bieden. Alle drie hebben in moeilijke omstandigheden vertrouwd op God en zijn voor anderen tot zegen geweest door te profeteren of voor hen te bidden. Tot twee keer wordt dat gezegd (vs. 14 en 20). Boven hen uit stijgt de grote Profeet en Voorbidder Christus. Door Hem is bekering mogelijk. Als uw hart verbroken is over de zonde en om de zonde, mag u pleiten op Gods genade en op Zijn rechtvaardigheid om uw zonden te vergeven. (Th. Watson)