Brandhout Ook dit hoofdstuk is ernstig van toon. Dat zien we aan het dreigende woordje ‘daarom’, dat we in het boek Ezechiël voortdurend tegenkomen (in vers 6 is dit al de negenentwintigste keer!). De profeet gebruikt hier een bekend beeld, namelijk dat van Israël als een wijngaard. Hier gaat het met name om de nutteloosheid van een wilde wijnrank, die te slap is om er enig gebruiksvoorwerp van te maken. Als zo’n rank ook nog aan beide uiteinden verbrand is, valt er helemaal niets meer mee te beginnen. Zo was Israël in ballingschap: nergens meer goed voor. Het wordt pas wat met ons als de Heere Jezus ons als wijnranken met Zijn Geest doortrekt (Joh. 15:4). Ook Hij benadrukt het: ‘Zonder Mij kunt u niets doen.’ Wie niet in Hem blijft, wordt net als de wijnrank bij Ezechiël in het vuur gegooid. Blijf daarom in Hem en u zult veel vrucht dragen. Heeft God u in Zijn genade opgezocht? Dan bent u een wonder van genade en een voorbeeld van goddelijke macht. Dank God ervoor in de tijd en in de eeuwigheid. (C.H. Spurgeon)