Voer minimaal 2 tekens in.
Ze zeiden bij zichzelf: Hun handen zullen het werk nalaten. Het zal niet afgemaakt worden. Welnu, maak mijn handen sterk!
Nehemia 6:9
Verleiding van buitenaf
We keren weer terug naar de bouw van de muur. Sanballat, Tobia en Gesem worden gedreven door één begeerte: de oude heilsgeschiedenis die God met het Joodse volk begonnen was, mocht niet worden voortgezet. Geen tempel, geen Jeruzalem als centrum van het godsdienstige leven en geen herstel van de geslachtslijn van David komen. Nehemia wordt vier keer door hen uitgenodigd voor een gesprek. Nehemia doorziet dat ze van plan zijn om hem kwaad te doen. Hij antwoordt vier keer dat hij bezig is met een groot werk dat hij niet mag onderbreken. Dan komt er een vijfde brief. Daarin wordt Nehemia ervan beschuldigd dat hij koning wil worden van een vrij Joods volk. En ze dreigen ermee dat dit koning Arthasasta wel ter ore zal komen. Kort en zakelijk antwoordt Nehemia dat deze geruchten onzin zijn en door hen zelf zijn verzonnen. Hij geeft aan dat het allemaal erop gericht is om hem bang te maken en om zo het werk tot stilstand te brengen. En dan volgt weer een kort gebed van Nehemia: ‘Welnu, maak mijn handen sterk!’
Hoe groter de verleiding, hoe dichter bij Jezus.