Voer minimaal 2 tekens in.
Zij heersen over onze lichamen en over onze dieren naar hun goeddunken, en wij zijn in grote benauwdheid.
Nehemia 9:37
Gebed om verlossing
De schuldbelijdenis in dit gebed liep uit op de verheerlijking van Gods barmhartigheid en genade. Dat geeft aan het volk de vrijmoedigheid om de nood waarin ze nu verkeren voor de HEERE neer te leggen. Opnieuw erkennen ze dat die ellende die hun vanaf de koningen van Assur tot op de huidige dag toe overkomt, eigen schuld is. Opnieuw verheerlijken ze de HEERE hun God, door te belijden dat Hij trouw heeft gehandeld. Maar dan roepen zij met des te meer aandrang: ‘HEERE, wij zijn slaven van de Perzische koning en zijn onderkoningen. Wij zijn slaven in dit land dat U eenmaal aan onze vaderen gegeven hebt. De opbrengst van deze landerijen komt niet langer ons toe, maar het verschaft rijkdom aan de heersers van dit land. Zij heersen over onze lichamen en over onze dieren en over onze akkers en wijngaarden. Niets is meer van onszelf.’ Na dit gebed nemen zij het vaste besluit om het verbond te vernieuwen, een verbond van toewijding aan God de HEERE. Want in die weg is zegen te verwachten, is ook verlossing te verwachten van al hun vijanden.
‘Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken’ (Hebr. 11:6).