Voer minimaal 2 tekens in.
Door Uw grote barmhartigheid hebt U hen niet vernietigd en hebt U hen niet verlaten ...
Nehemia 9:31
Boete en berouw
In hun gebed hebben de Israëlieten hun geschiedenis met de HEERE, hun God langsgelopen. En wat blijkt? Ondanks Gods grote verbondstrouw, Zijn goedertierenheid en barmhartigheid zijn zij ontrouw geweest. Zijn liefdevolle zorg, Zijn ernstige waarschuwingen, Zijn grote wonderdaden, Zijn straffen, Zijn trouw, het was voor het volk van Israël niet genoeg om zich blijvend aan de HEERE te verbinden. Het volk erkent hier zijn schuld door alle geslachten heen. En wat blijft er dan over? ‘Door Uw grote barmhartigheid hebt U hen niet vernietigd en hebt U hen niet verlaten, want U bent een genadig en barmhartig God.’ Hoe kon God toch trouw blijven tegenover zulke hardnekkige ontrouw. Hoe kon Hij vasthouden aan Zijn goedertierenheid? Hier komen we bij de kern van het christelijk geloof. God wil goddeloze zondaren zalig maken. En hoe kan Hij dat doen? Hoe kan Hij Zijn rechtvaardigheid en barmhartigheid beide handhaven? Hier komt Christus in beeld. De straf die het volk de vrede aanbrengt, was op Hem!
‘Dan wordt genâ van waarheid blij ontmoet, de vrede met een kus van ‘t recht gegroet’ (Ps. 85:4 berijmd).