Gezegend In de woestijn is het volk Israël een door God gezegend volk. De Naam wordt in drie korte regels op Israël gelegd. In het Hebreeuws is deze zegenspreuk kunstig opgebouwd. Regel een: vijftien letters, drie woorden; regel twee: twintig letters, vijf woorden; regel drie: vijfentwintig letters, zeven woorden. De zegen staat in het enkelvoud. Het heeft de vorm van een vaststelling, een belofte, een wens of een bede en geeft door herhaling een steeds sterkere uitbreiding. De eerste helft van elke regel wordt door de tweede verduidelijkt. Het is alsof God Zijn handen vol van macht beschermend op je hoofd legt en zegt: ‘Ik sta in voor bewaring en bescherming elke dag; Ik doe dat door Mijn aangezicht te laten oplichten en je genadig toe te wenden; Ik verhef Mijn aangezicht over je en je hele bestaan zal van Mijn vrede doordrenkt zijn.’ Een door God gezegend mens-zijn voelt goed. Op zondag kan de preek weleens wat tegenvallen, maar van Zijn zegen knap je zeker op. Kruip niet onder Gods zegenende handen vandaan. Gezegend om tot zegen te zijn.