19 september 2020

... daar hadden zij het volk dat zo gulzig geweest was, begraven.
Numeri 11:34
Kibroth-Taäva: graven van begeerte
Dat gemopper … laat de HEERE dat allemaal maar gebeuren? Hoor: ‘Toen stak er van de kant van de HEERE een wind op …’ (vs. 31). Hij is bezig voor Zijn eisende volk een reusachtige maaltijd aan te richten. Ze willen vlees eten? Ze zullen vlees eten! Er ligt een meter dik vlees rond het legerkamp. Wie een beetje verzamelt kan zo drieduizend liter naar z´n tent brengen. Ongelofelijk. Maar dat is de bedoeling van deze geschiedenis. Een onvoorstelbare overvloed. De wens van Israël. De tafel is klaar en het feest kan beginnen. Maar … het slaat om in een ontzettende verschrikking. Het vlees zit nog tussen de tanden als ze worden getroffen door een verschrikkelijke slag. De toorn van de HEERE ontbrandt. Talloze doden vallen vanwege hun gulzigheid. Een onverzadigbaar volk wordt gestraft. De plek krijgt een naam. Het is een herinnering aan deze afschuwelijke gebeurtenis. We zijn in onze gulzige consumptiemaatschappij gewaarschuwd. Wat wij, soms mopperend, verlangen, is echt niet altijd goed.
Heere … geef mij niet alles wat ik begeer!
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2020/