Duisternis en donkerheid Ik geef toe: het is niet direct een uitnodigende titel voor de eerste overdenking over het boekje Ruth. Maar als de Heilige Geest ons deelgenoot maakt van het Evangelie van dit boekje, wil Hij dat we eerst weten in welke tijd dit plaatsvond. En dat was niet zo best. Je hebt net in Richteren 2 gelezen dat het volk bij de Heere vandaan ging, terwijl God zo goed was geweest! Richteren sluit af met als samenvatting: ‘In die dagen was er geen koning in Israël: eenieder deed wat juist was in zijn ogen.’ Het volk van God is van God los. Het is geestelijk duister en donker. Geen wonder dat er een hongersnood plaatsvindt: oordeel van God. In het boekje Ruth merk je dat tegen deze donkere achtergrond Gods genade schittert; Hij denkt in het oordeel aan ontfermen. Er is verlossing nodig en die kan alleen bij Hem vandaan komen. Nog steeds. Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen, maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd met Zijn weldadigheên. (Psalm 32:5 berijmd)