19 januari 2021

En de HEERE zag dat de slechtheid van de mens op de aarde groot was, en dat al de gedachtespinsels van zijn hart elke dag alleen maar slecht waren.
Genesis 6:5
Niet in staat tot enig goed
In dit hoofdstuk wordt het als God willen zijn van de mens wel heel scherp getekend. Er is sprake van 'zonen van God'. Daarmee worden de heersers bedoeld die zich als godenzonen aandienen. Zoals Eva 'zag' dat de boom goed was om van te eten, 'zagen' zij dat de dochters van de mensen goed waren om tot vrouw te nemen. De eerste harems worden gevormd. Hoe anders had God het bedoeld. Hun zonen voelen zich nog groter, en worden daarin door hun afmetingen bevestigd. De zogenaamde godenzonen willen de grens tussen hemel en aarde vervagen. Maar God haalt resoluut een streep door dat streven. 'Mijn Geest' staat tegenover 'dat hij vlees is' (Gen. 6:3). Het kwaad dat zich net zo hard vermenigvuldigt als de mensen, moet worden verdelgd. 'Elke dag alle gedachten alleen maar slecht' (6:5), herkennen we dat ook niet zo vaak bij onszelf? Wat hebben wij die meerdere Noach hard nodig!
In het eerste paradijs werd al spoedig de deur geopend voor zonde en ellende. Maar Gode zij dank, in het tweede paradijs zal God Zelf de Zijnen eeuwig beschermen en omsluiten. (John Charles Ryle)
bron: https://www.royaljongbloed.com/nl/product/volharding-2021/