U mag niet het rund of het schaap van uw broeder zien als ze afgedwaald zijn, en u vervolgens aan uw plicht onttrekken. U moet ze beslist naar uw broeder terugbrengen. Deuteronomium 22:1
Het eigendom van de ander Hoe hebben we om te gaan met het eigendom van onze broeder? Heel helder beschrijft Mozes de situaties. Als wij iets vinden wat van onze broeder is, moeten we er alles aan doen om dat terug te bezorgen. Als onze broeder ver weg woont, bewaar je het eigendom bij je thuis, totdat hij langskomt. Dan kun je het teruggeven. Het punt dat Mozes wil maken is dat het ons moeite mag kosten om ervoor te zorgen dat onze broeder zijn eigendom terugkrijgt. Het kan zelfs zijn dat onze broeder niet goed op zijn eigendom gepast heeft, dat het zijn eigen schuld is dat hij het kwijt is. Dan nog rust op ons de taak om het terug te bezorgen. Het gaat hier maar niet om een wettische gehoorzaamheid van regels. Het gaat erom dat liefde tot God en onze naaste onze drijfveer is. Echte gehoorzaamheid is onvoorwaardelijk van aard. Omdat het voortkomt uit liefde.